gezondheidsinformatie

Gezondheidsproblemen worden geregistreerd in onze database ZooEasy. Wij zijn daarbij afhankelijk van meldingen van eigenaren en fokkers. Alle Ierse Setter eigenaren  krijgen een gezondheidsenquête, vanaf 2 jarige leeftijd tot en met het overlijden van hun Ier.

De vereniging vraagt u als eigenaar om problemen met uw Ier te melden. Dat kan onder andere via dit formulier. Indien een trend wordt gesignaleerd, wordt daar het fokbeleid op aangepast.

Hieronder staan in het kort de problemen die bij de Ierse Setter bekend zijn, hoe vaak (of hoe weinig) ze voorkomen in de populatie en hoe de vereniging ermee omgaat.

DNA Testen
CLAD-INFORMATIE

CLAD staat voor Canine Leucocyte Adhesion Deficiency.

CLAD is een aandoening die niet enkel bij de Setter voorkomt. Het is echter een aandoening die verwant is aan LAD, een identiek ziektepatroon dat bij de mens voorkomt.

Het fokbeleid van de ISC: De fokdieren dienen voor de dekking DNA getest, danwel erfelijk vrij te zijn voor de aandoening CLAD. Deze aandoening vererft autosomaal recessief. Er mag alleen gefokt worden met CLAD-vrije dieren, CLAD dragers mogen alleen gepaard worden met een CLAD vrije partner. Op deze manier worden er geen lijders gefokt en wordt de afwijking uit het ras gefokt.

RCD-4

De Animal Health Trust in Engeland heeft per 1 augustus 2011 de DNA test voor PRA rcd-4 beschikbaar gesteld voor Ierse Setters. PRA staat voor Progressieve Retina Atrofie. De rcd-4 vorm is een vorm die bij oudere honden voorkomt en blindheid veroorzaakt.

Ook deze afwijking vererft autosomaal recessief. Er mag alleen gefokt worden met vrije dieren, dagers mogen alleen gepaard worden met een vrije partner. Op deze manier worden er geen lijders gefokt en kan de afwijking uit het ras gefokt worden.

Het fokbeleid van de ISC: De fokdieren dienen voor de dekking DNA getest danwel erfelijk vrij te zijn van de aandoening rcd-4 .

von Willebrands Disease

vWD is een bloedstollingsafwijking die in 3 types voorkomt. Bij de Ierse Setter is Type I geconstateerd, de meest milde vorm. Hierbij is er een verminderde aanmaak van een bepaalde stollingsfactor waardoor honden een verlengde bloedtijd kunnen laten zien. Eigenaren merken vaak niets aan hun hond. Dragers lopen weinig tot geen risico maar lijders kunnen bij grotere verwondingen en operaties problemen krijgen. Er is een DNA-test beschikbaar die lijders, dragers en vrije honden kan identificeren. Deze aandoening vererft autosomaal recessief.

Het fokbeleid van de ISC: De fokdieren dienen voor de dekking DNA getest danwel erfelijk vrij te zijn van de aandoening von Willebrands Disease. Er mag alleen gefokt worden met vWD-vrije ouderdieren, dragers mogen alleen gepaard worden met een vWD-vrije partner. Op deze manier worden er geen lijders gefokt.

RCD-1

De early-onset vorm van PRA, ook bekend als rcd-1, werd in 1993 middels een DNA test vastgesteld bij de Ierse Setter. Honden met deze afwijking werden blind vóór de leeftijd van 2 jaar. Ook deze afwijking vererft autosomaal recessief. Er mag alleen gefokt worden met vrije dieren. Dragers mogen alleen gepaard worden met een vrije partner. Op deze manier worden er geen lijders gefokt en wordt de afwijking uit het ras gefokt.

Het fokbeleid van de ISC: er is geen fokbeleid voor RCD- 1. De DNA-test is niet verplicht.

Onderzoeken Raad van beheer
HD

Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten, veroorzaakt door zowel erfelijke factoren als milieufactoren. Symptomen zijn moeite met opstaan en kreupelheid aan de achterhand. HD kan worden vastgesteld door het maken van röntgenfoto's van de heupgewrichten. Uitslag HD-A is het beste, HD-E het slechtst.

Hoe vaak komt het voor: een enkele keer per jaar wordt röntgenologisch HD-D bij een Ierse Setter geconstateerd, klinische klachten worden daarbij echter zelden gemeld. Slechts een heel enkele keer is kreupelheid gezien die een operatie nodig maakt.

Het fokbeleid van de ISC: HD-onderzoek is verplicht. Er mag alleen gefokt worden met HD A, B en C, waarbij honden met HD C alleen gepaard mogen worden met een HD A of HD B.

ECVO

Dit oogonderzoek dient door een erkende oogspecialist uitgevoerd te worden, dit zijn de z.g. ECVO oogspecialisten. ECVO staat voor European College of Veterinary Ophthalmologists. Dit is een Erkende Europese organisatie die gespecialiseerd is in oogonderzoek bij dieren. Honden met entropion, ectropion of PRA dienen te worden uitgesloten van de fok. 

Hoe vaak komt het voor:

Het fokbeleid van de ISC: er is geen fokbeleid voor dit oogonderzoek en de ECVO-test is niet verplicht.

Overige aandoeningen waar geen DNA-test of gestandaardiseerd onderzoek voor is
Epilepsie

Bij epilepsie treedt er plotseling een storing in de hersenen op, waarbij een hond de controle verliest over een deel van zijn lichaamsfuncties: hij valt om, krijgt hevige spierkrampen, kan gaan schuimbekken en hij kan zijn urine of ontlasting laten lopen. Er zijn echter ook mildere uitingsvormen. Epilepsie kan erfelijk zijn maar ook veroorzaakt worden door milieufactoren. De erfelijke vorm openbaart zich bij de Setter meestal op leeftijd van 6 maanden tot 6 jaar.

Hoe vaak komt het voor: bij gemiddeld 3% van de populatie komt epilepsie voor.

Het fokbeleid van de ISC: preventief onderzoek naar dragers is helaas niet mogelijk.

Maagkanteling

Maagtorsie, ook maagverdraaiing of maagkanteling genoemd, is een gevaarlijke aandoening bij honden die erg pijnlijk is en dodelijk kan zijn als er niet snel wordt ingegrepen. De officiële term is maagdilatatie-volvulus (MDV). Er zijn verschillende oorzaken die de kans op een maagtorsie beïnvloeden. Door met een aantal zaken rekening te houden kunt u de kans op een maagtorsie bij uw hond verkleinen.

Hoe vaak komt het voor: MDV wordt vaker gezien bij grotere honden met een diepe borstkas

Het fokbeleid van de ISC: preventief onderzoek naar dragers is helaas niet mogelijk.