De Commissie Jacht en Veldwerk schrijft frequent verslagen over veldwerk met bijbehorende foto’s, bijvoorbeeld over de veldwerkintroductiedag, de basiscursus veldwerk, veldwerktrainingen en wedstrijden. Maar wat houdt veldwerk in?
Oorsprong
De Ierse setter, een elegante en energieke jachthond, heeft zijn oorsprong in Ierland in de 18e eeuw. Deze prachtige hond werd speciaal gefokt voor de jacht op vogels, waarbij zijn scherpe reukzin en snelheid essentieel waren.
In de vroege dagen van de jacht werden Ierse setters voornamelijk gebruikt voor het "vastzetten" van vogels. "Vastzetten" houdt in dat de hond, zodra hij de geur van een vogel oppikt, zich stilletjes naar de vogel toe beweegt en vervolgens voor de prooi gaat liggen, als een soort aanwijzing voor de jager. Op dit moment kon de jager een net over de vogel gooien, die dan gevangen werd zonder het gebruik van vuurwapens. Toen het gebruik van geweren in de jacht gebruikelijker werd, paste de Ierse setter zich aan. Ze bleven hun belangrijkste rol vervullen, namelijk het opsporen van vogels zoals patrijzen en fazanten, maar nu bleven ze stilstaan of “wijzen” naar de prooi, zodat de jager kon schieten als de vogel opging.
Wat de Ierse setter echt uniek maakt, is niet alleen hun rode of rood-witte, zijdeachtige vacht, maar ook hun aanstekelijke enthousiasme en energie tijdens de jacht. De setters hebben een buitengewone snelheid en uithoudingsvermogen, wat ze perfect maakt voor het werken op grote open velden. Ze kunnen urenlang doorgaan zonder moe te worden, terwijl ze in een zigzagpatroon door het terrein rennen, de lucht verkennend op zoek naar geursporen van vogels.
Tegenwoordig wordt de Ierse setter nog steeds ingezet als jachthond, maar ook vaak als gezinshond, vanwege hun vriendelijke en speelse karakter. Ze worden ook vaak gezien in hondensporten zoals veldwedstrijden, waar hun natuurlijke talenten als jager en hun gehoorzaamheid worden getest. Hoewel hun primaire taak als jachthond in sommige regio’s misschien is afgenomen, blijft hun oorsprong als betrouwbare metgezel voor de jager diep geworteld in hun karakter.
Maar wat is veldwerk nou precies?
Veldwerk met een Ierse setter op veerwild is een bijzondere tak van de jacht, waarbij het draait om de samenwerking tussen de hond en zijn voorjager. Het veldwerk is gebaseerd op de jachtpraktijk, met name op het “werk voor het schot", waarbij de hond aan het werk is voordat het schot valt. Het doel is om veerwild, zoals fazanten of patrijzen, op een gecontroleerde en respectvolle manier te vinden en benaderen. Hierbij komen verschillende technieken en gedragingen van zowel hond als voorjager samen om tot een succesvolle actie te komen.
Het parcours lopen
Het begint met het lopen van het parcours, waarbij de Ierse setter door het veld beweegt. De hond moet zijn neus gebruiken om de geur van het wild op te sporen. Een van de belangrijkste principes tijdens dit werk is dat de hond onder de wind loopt. Dit betekent dat de wind vanuit het wild naar de hond blaast, zodat de setter de geur van het wild goed kan opvangen. De hond loopt van nature zijn parcours onder de wind. De voorjager, die de hond begeleidt, corrigeert eventueel de hond zodat deze zich in de juiste richting en dus optimaal gebruik maakt van de wind.
Slagen maken onder de wind
De Ierse setter beweegt zich van nature in een patroon door het veld, ook wel slagen maken onder de wind genoemd. Hierbij loopt de hond in brede zigzaggende bewegingen heen en weer met een hoge kophouding, zodat hij het veld efficiënt kan afzoeken. Tijdens deze slagen houdt de voorjager goed in de gaten of de hond tekenen vertoont dat hij wild ruikt. Dit gebeurt vaak wanneer de hond langzamer gaat lopen en in een bepaalde richting loopt (aantrekken op wild), wat aangeeft dat hij iets op het spoor is.
Het vastzetten van wild
Zodra hij wild in de neus heeft, staat hij voor en wijst hij als het ware met zijn neus de plaats van het wild aan. Als de setter met overtuiging voorstaat en met zijn neus en lichaam richting het wild wijst zal het wild niet gaan lopen of opvliegen. Het wild, dat op dat moment vaak nog rustig zit, zal zich drukken. Dit betekent dat het veerwild zo stil mogelijk blijft zitten om niet ontdekt te worden, zelfs als de hond dichterbij komt. De hond mag op dat moment niet naar het wild toespringen, maar moet blijven staan en wachten op verdere instructies van de voorjager.
Couleren en het opvliegen van het wild
Op het moment dat de hond het wild vastzet, komt de voorjager in actie. Hij nadert de hond rustig en samen couleren ze richting het wild. Dit betekent dat ze in een gecontroleerd tempo dichterbij sluipen, zodat het wild uiteindelijk zal opvliegen. Het opvliegen van het wild is het moment waarop de fazant of patrijs plotseling de lucht in schiet. Op dit moment moet de hond kalm blijven en luisteren naar de voorjager. Zodra het wild opvliegt, krijgt de hond het commando om te gaan zitten. In een oefensituatie wordt vaak na het opvliegen van het veerwild een alarmpistool gebruikt om het geluid van een schot te simuleren.
De rol van de voorjager
De voorjager speelt een cruciale rol in het veldwerk. Hij begeleidt de hond door het parcours, zorgt ervoor dat de hond onder de wind blijft lopen en geeft de hond de juiste commando’s op het juiste moment. Hij moet de signalen van de hond goed kunnen lezen en samenwerken met de setter om het wild op een rustige manier te benaderen. Na het opvliegen van het wild zorgt de voorjager ervoor dat de hond op zijn plaats blijft en niet achter het wild aangaat.
In het veldwerk draait alles om discipline, samenwerking en een goed getrainde hond. Door de hond onder de juiste omstandigheden te laten werken en samen met de voorjager het wild te benaderen, wordt een gecontroleerde en respectvolle manier van jagen nagebootst, waarbij zowel de hond als de voorjager hun vaardigheden kunnen tonen.
Dit werk is uitdagend, maar prachtig. In theorie klinkt het eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het een ingewikkeld spel, zowel voor de hond als voor de voorjager. Verschillende factoren spelen mee, zoals het weer, de wind, de indeling van het veld en het soort gewas dat er groeit, het gedrag van het wild, de samenwerking tussen jou en je hond, en in welke tijd van het jaar we zijn en op welk wild er gejaagd mag worden.
Bij het "werk voor het schot" wordt er veel gevraagd van de natuurlijke jachtinstincten van de Ierse setter. Het samenwerken tussen de voorjager en de hond om succes te behalen, vergt veel tijd en training, maar het is ongelooflijk mooi om een hond te zien jagen en wil op te sporen.
Het blijft een van de mooiste ervaringen die je kunt hebben met je Ierse setter.
Commissie Jacht en Veldwerk Ierse Setterclub